Posts in category Nederlands
OV en (deel)fiets: vriend of vijand? Inzichten in gebruik en reizigersvoorkeuren
In beleid en onderzoek is steeds meer aandacht voor duurzame vervoermiddelen, zoals de fiets en het openbaar vervoer (OV). Integratie van fiets én openbaar vervoer kan de voordelen van beide systemen combineren: De fiets zorgt voor fijnmazige ontsluiting van herkomsten en bestemmingen, is duurzaam en bevordert een gezonde leefstijl. De kwaliteit van het OV neemt de laatste jaren toe, onder andere door de introductie van hoogwaardig OV (HOV): snelle, frequente en betrouwbare bus- tram- en metrolijnen met een hoog comfortniveau. De halteafstanden van deze systemen zijn, net als bij het spoor, relatief hoog, waardoor de fiets een belangrijke rol kan spelen in de gebiedsontsluiting. Echter, op kortere afstanden zijn de fiets en het OV, naast een nuttige combinatie, ook elkaars concurrenten.
Om inzicht te krijgen in de aanvullende dan wel concurrerende rol van de fiets en OV, is onderzoek nodig over hoe de reiziger zich nu en in de toekomst beweegt. Dit inzicht helpt om een optimaal integraal fiets+OV systeem te ontwerpen en gebruik van dit systeem te stimuleren en te faciliteren. Dit paper laat de resultaten zien van vier recente TU Delft onderzoeken op dit gebied.
Resultaten van een literatuuronderzoek naar de first- en last-mile laat zien welke factoren belangrijk zijn voor modaliteitskeuze, waaruit bijvoorbeeld blijkt dat mannen die bekend zijn met de omgeving vooral gebruik maken van de fiets. Onderzoek in Den Haag laat het bereik van de tramhalte zien voor de fiets. Fietsers zijn bereid tot 3 km te fietsen om bij een tramhalte in de stad te komen. Ongeveer 50% van de gebruikers fietst verder dan de dichtstbijzijnde halte als deze halte minder overstappen, betere parkeervoorziening en meer reisopties biedt. Voor het natransport is de deelfiets een relatief nieuwe optie. Onderzoek naar Mobike in Delft (dockless bikes) laat zien dat ca.19% van de deelfietsritten gebruikt wordt om van en naar het station te komen. Met name het gebruik van Mobike voor ritten naar station Delft Zuid, met beperkte andere mogelijkheden, valt op. Ook voor andere deelfietssystemen in Delft, zoals OV-fiets en Swapfiets is onderzoek gedaan naar het gebruik. Door de beschikbaarheid van deze systemen geeft 9-16% van de gebruikers aan meer gebruik van de trein te maken, tegenover 34-60% minder van de bus. Ook lopen wordt vervangen door deze nieuwe modaliteiten in 35-42% van de gevallen.
Bekijk de presentatie en paper hier: Presentatie en Paper
When science meets practice: fiets+OV
Samen met de TU Delft organiseert Railforum regelmatig een ‘When science meets practice’. Tijdens deze bijeenkomsten wisselen studenten, wetenschappers en professionals uit de sector op een bepaald thema hun kennis en ervaringen uit. Hiermee willen we elkaar inspireren met nieuwe inzichten en betere oplossingen voor de praktijk, naast input voor een gezamenlijke onderzoeksagenda.
Op 3 april stond de combinatie van fiets en ov op het programma. Olaf Jonkeren van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid presenteerde het onderzoek van het KiM i.s.m. Studio Bereikbaar over gecombineerd fiets-treingebruik in Nederland. Dorine Duives en Niels van Oort van de Delftse “Active Modes” en “Smart Public Transport” labs deelden hun inzichten over de gebruikers en de relatie van (deel)fietsen met bus, tram en metro.
De centrale vraag van deze middag was: Welke kennis en begrip hebben we over de keuzes die fiets-treinreizigers maken en hoe kunnen we hen beter faciliteren dan enkel door het bijbouwen van fietsenstallingen? Bij stations gaat bijna 50% van de stallingscapaciteit op aan 2e fietsen die niet dagelijks gebruikt worden.
Genoemde opties zijn het bevorderen van deelfietsen, het anders beprijzen van fietsenstallingen dichtbij het station om lang parkeren tegen te gaan. Belangrijkste conclusie was dat er nog veel marktpotentie is en we vooral de positieve kanten van ov en fiets beter kunnen communiceren, zoals dat bewegen goed is voor onze gezondheid!
De presentaties vind je HIER
Automatische voertuigen; kans of een bedreiging voor het OV in Nederland?
Automatische voertuigen staan volop in de belangstelling en de techniek ontwikkelt zich snel. De mogelijkheden lijken rooskleurig; het verminderen van het aantal ongevallen, het bieden van vervoer voor iedereen en het verminderen van de uitstoot. In het beginstadium leek de focus met name te liggen op het ontwikkelen van automatische privé voertuigen, maar inmiddels staat ook automatisch OV volop in de belangstelling.
In Nederland zijn allerlei pilots ontwikkeld met automatische voertuigen/shuttles. Om een beeld te krijgen van de actuele ontwikkelingen, de plannen en de resterende onderzoeksvragen, is onderzoek uitgevoerd op basis van gesprekken met de OV-autoriteiten van Nederland. Tijdens deze gesprekken is gesproken over de kansen en bedreigingen van het Nederlandse OV en hoe zij denken dat automatische voertuigen daaropin kunnen spelen. Tevens is gesproken over de haalbaarheid, visies, risico’s en zijn kennishiaten achterhaald. Ten slotte zijn ook alle (potentiële) pilot locaties in kaart gebracht.
Lees het CVS paper met Reanne Boersma en Arthur Scheltes hier: PAPER en PRESENTATIE
Duurzame ontwikkeling van steden: Lessen uit 61 light rail projecten
Stedelijke openbaar vervoer, zoals light rail, draait om veel meer dan alleen ‘vervoer’, ‘vervoerswaarde’, of ‘snelheid’. In deze paper wordt gepoogd light rail (en ook hoogwaardige bus) in een omvattend, maatschappelijk perspectief te plaatsen, teneinde de bredere baten voor steden te kunnen achterhalen.
Lees meer in het CVS paper met Rob van der Bijl: paper en presentatie
E-bussen laden zorgt voor nieuw spanningsveld op busstations
Om de bijdrage van transport aan de opwarming van de aarde te minimaliseren en de leefbaarheid in onze woonomgeving te verbeteren groeit de wereldwijde vloot zero-emissiebussen snel. Zero emissiebussen dragen bij aan een duurzame en leefbare woonomgeving. Uit dit onderzoek blijkt echter dat inzet van zero emissiebussen ook gepaard gaat met hogere kosten en meer onbetrouwbaarheid van de dienstregeling voor de reiziger. De investeringskosten zijn hoger dan bij ‘oude vertrouwde dieselbussen’. Exploitatie met elektrische bussen is tot 70% goedkoper dan dieselbussen, maar deze winst is niet genoeg om de toename in investeringskosten te neutraliseren. Tot op heden is de capaciteit van batterijen onvoldoende om bussen van begin tot einde dienst zonder tussentijds laden in te zetten. Tussentijds laden in de garage kost echter tijd en extra voertuigbewegingen en is daarom onwenselijk. Om die reden is het aan te raden batterijen te laden op busstations.
Lees meer in het CVS paper met Max Wiercx en Raymond Huisman: Paper en Presentatie
Masterclass Toekomst van het OV Ministerie I en W
In de Masterclass van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat buigen Henk Meurs (Radboud Universiteit Nijmegen) en Niels van Oort (Technische Universiteit Delft) zich over ontwikkelingen in het openbaar vervoer. ‘Het is aan ons, wetenschappers, om de ontwikkelingen, effecten en kansen in het OV in kaart te brengen. IenW kan met pilots een aantal lessen leren om MaaS te stimuleren. IenW-ers moeten niet onderschatten welke voorbeeldrol ze vervullen.’
Bekijk het interview en de presentatie
Driver schedule efficiency vs. public transport robustness: A framework to quantify this trade-off based on passive data
More complex, efficient driver schedules reduce operator costs during undisrupted operations, but increase the disruption impact for passengers and operator once a disruption occurs. We develop an integrated framework to quantify the passenger and operator costs of disruptions explicitly as function of different driver schedule schemes. Since the trade-off between driver schedule efficiency and robustness can be quantified, this supports operators in their decision-making.
Read the CASPT paper by Menno Yap HERE and find the presentation HERE
Van B naar Anders
Op woensdag 30 mei organiseerde de Rli naar aanleiding van zijn advies een symposium. Tijdens dit symposium is het advies toegelicht en met betrokkenen uit de mobiliteitswereld besproken. Daarbij wordt stilgestaan bij de toekomst van mobiliteit en infrastructuur, de bestuurlijke praktijk en bij innovatie en verduurzaming van ons mobiliteitssysteem.
Vind alle bijdragen en verslag HIER
De presentatie over de toekomst van mobiliteit van Niels van Oort vind je HIER
Wat gaat MaaS ons brengen?
MaaS congres 2018: Niels van Oort is assistant professor public transport aan de TU Delft en doet onderzoek naar de effecten van nieuwe vervoerssytemen. Hij gaat de mogelijke impact van MaaS op reizigers en maatschappij toelichten, met voorbeelden van verschillende pilots en onderzoeken.
Zie HIER zijn bijdrage aan het MaaS congres 2018
Nieuwe lessen over de potentie van Fiets en OV
Het combineren van fiets en openbaar vervoer is een duurzame oplossing voor de (mobiliteits)uitdagingen in zowel stedelijke gebieden als daarbuiten. Er is een revival van de fiets gaande en ook hoogwaardig openbaar vervoer rukt op. De keten van fiets mét openbaar vervoer combineert de voordelen van beide systemen: De fiets zorgt voor fijnmazige ontsluitingen van herkomst en bestemmingen, is milieuvriendelijk en stimuleert een gezonde leefstijl. Voor wat betreft OV neemt de kwaliteit de laatste jaren sterk toe door de introductie van hoogwaardig OV (HOV): snelle, frequente en betrouwbare bus- tram- en metrolijnen met een hoog comfortniveau. Voorbeelden zijn R-Net, Randstadrail en Q-Link. De halteafstanden van deze systemen zijn relatief hoog, waardoor de fiets een belangrijke rol speelt in de gebiedsontsluiting.
Om het succes van de fiets en OV verder uit te bouwen is kennis nodig over hoe de mobilist zich nu en in de toekomst beweegt: Wat zijn de succesfactoren, welke voorwaarden spelen een rol en waarom worden bepaalde keuzes gemaakt, bijvoorbeeld. Dit paper laat de resultaten zien van vier TU Delft onderzoeken op dit gebied. Belangrijkste, nieuwe inzichten zijn bijvoorbeeld dat het invloedsgebied van HOV haltes tot 4x groter is ten opzichte van “gewoon’’ OV. Verder blijkt dat treinreizigers bereid zijn ca. 6 min. extra te fietsen naar een station waar ze een directe trein kunnen nemen naar hun bestemming (in plaats van met een overstap). Tot slot blijkt dat de huidige groep fiets-OV’ers in te delen is in 7 groepen, waarvan de middle-aged male professionals de grootste zijn en de gepensioneerden de kleinste. De resultaten zijn de basis voor verder onderzoek en toepassing om te komen tot een optimaal Fiets-OV netwerk.
Lees het hele CVS paper HIER
De presentatie is HIER beschikbaar